Billie Holiday: My Man

Billie Holiday is in 1959 gestorven. Tot op het bot verslaafd aan narcotica, alcohol en foute mannen. Het Franse ‘Mon Homme‘ uit 1916 van Jacques Charles, Channing Pollock, Albert Willemetz en Maurice Yvain werd geschreven voor Mistinguett. Het werd My Man. 

Lady Day haalt het uit de music hall en voert het in het volle leven door er blues aan toe te voegen. Jimmy Rowles begeleidt in 1957 een door ziekte opgezwollen zangeres.

It cost me a lot
But there’s one thing that I’ve got
It’s my man
It’s my man

Cold or wet
Tired, you bet
All of this I’ll soon forget
With my man

He’s not much on looks
He’s no hero out of books
But I love him
Yes, I love him

Two or three girls
Has he
That he likes as well as me
But I love him

437px-Billie_Holiday_LAT
Billie Holiday voor de rechtbank in 1949.

De legende Holiday laat de feitjes die over haar de ronde doen kloppen. Als een van de jongens gebruikt ze haar stem als instrument. Met ongekende timing. Navolgers als Diana Ross of Ruth Jacott benadrukken eenvoudigweg dat Lady Day onnavolgbaar is. 

Pianist Teddy Wilson begeleidt met elegante notenreeksen die blijven hangen. Na 85 jaar perfect houdbaar omdat het in een toveract deuntjes tot klassiekers maakt. In die amusementsindustrie waar chic en alledaags samenkomen.

Wes Montgomery in Holland (1965)

Wes Montgomery (1923-1968) geeft les. Op 2 april 1965 in een televisiestudio. Aan Pim Jacobs (p), Ruud Jacobs (b) en Han Bennink (dr). Ze spelen voor de VPRO Nica’s Dream (1954) van Horace Silver. Een song geïnspireerd door barones Pannonica de Koenigswarter aan wie Thelonious Monk en Charlie Parker zoveel te danken hadden.

The End of A Love Affair van Edward Redding neemt Billie Holiday in 1958 op voor haar voorlaatste album Lady in Satin. Montgomery speelt het technisch onnavolgbaar en zijn noten volgen helder de woorden.

So I walk a little too fast and I drive a little too fast
And I’m reckless it’s true, but what else can you do at the
end of a love affair?

So I talk a little too much, and I laugh a little too much
And my voice is too loud, when I’m out in a crowd
So that people are apt to stare

Do they know, do they care, that it’s only that I’m lonely
and low as can be?
And the smile on my face isn’t really a smile at all!

Foto: Pim Jacobs en Wes Montgomery repeteren op 2 april 1965

The Mood That I’m In: 1937

Never dared to have your arms around me
Not that I considered it a sin
But tonight I want your arms around me
It’s the mood that I’m in

De elegante en altijd herkenbare pianist Teddy Wilson tempert trompettist Henry Red Allen die over de noten dendert. Halverwege voegt Billie Holiday zich erbij. Alles ontspannen, smaakvol en sober. Een perfecte toptien song van Al Sherman en Abner Silver uit de hoogtijdagen van Tin Pan Alley. De massafabriek van het Great American Songbook.

Vergelijk dat met Valaida Snow in hetzelfde nummer. Die in 1941 zo ongelukkig in een Deens-Duitse gevangenis terechtkwam. Snow entertaint meer dan ze zingt en loopt aan de bal. Haar verstrooiende zang mist de strakke lijn die Wilsons combo met succes aan Lady Day oplegt.

Foto: Billie Holiday met Art Tatum (p), Oscar Pettiford (b), Roy Eldridge (tp), Jack Teagarden (tb), Coleman Hawkins (ts) en Al Casey (g)  vermoedelijk op 18 januari 1944; Esquire Jazz Concert, New York City

NB De editor ondersteunt in de titel geen bijzondere tekens. Vandaar IM ipv I’M. Het kan niet anders.