Time on My Hands (1930-32)

Betty Boop als zelfbewust, sexy beeld van een vrouw die drinkt, rookt, zich uitdagend kleedt en danst op hot jazz. Deze keer onder water. Een flapper. Filmster Clara Bow gaf Max Fleischer het voorbeeld:

Bow, Clara (Hula)_01

Merkwaardig is dat de stijl in 1932 al op zijn retour is. De roaring 20’s waren uitgelopen op een depressie die niets te vieren over liet. Hoewel de schittering van een droomwereld ellende even deed vergeten. In dat beeld paste Betty die overal lak aan had: ‘What would you say if I marry you?‘ Nog net voor de verplichtstelling van censuur van de Hays Code zodat het bikinitopje uitkan. Max Fleischer produceert en Ethel Merman zingt. Meezingen mag. Dromen is noodzakelijk. In De Maat.

Time on my hands, you in my arms
Nothing but love in view, then you fall
Once and for all, I’ll see my dreams come true
Moments to spare for someone you care for
Our love affair for two
With time on my hands and you in my arms
And love in my heart all for you.

Vincent Youman componeert Time on My Hands voor de Ziegfeld musical Smiles van 1930. Van tekst voorzien door Harold Adamson. De revue loopt slechts twee maanden, maar in Engeland maakt Al Bowlly het nummer tot een succes. Zo komt het in de herfst van 1931 succesvol terug naar de VS. Kort daarop zingt de zwoele Lee Wiley het bij het orkest van Leo Reisman. Een standard is geboren. Aan het nummer hangt de notie van de flapper: ‘Moments to spare for someone you care for.’

Foto: Clara Bow in Hula, 1927.

Russell Lee verbeeldt Amerika voor de Amerikanen (1936-1944)

Russell Lee (1903-1986) geeft de Amerikanen een beeld van de Depressie. Lee is ook bekend door de portrettering van etnische groepen. Zoals acht Japans-Amerikaanse vrouwen voor een kapsalon in het concentratiekamp waarin ze geïnterneerd zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Of vijf meisjes die iets te lachen hebben. Say Cheese.

Russell Lee werkt voor de Farm Security Administration (FSA) dat tijdens de oorlog overgaat in de Office of War Information (OWI). Onder leiding van Roy Stryker. Het project neemt als onderdeel van de New Deal de armoede van het Amerikaans platteland creatief op de korrel.

Foto 1: Russell Lee, Kamp voor Japans-Amerikanen, noodevacuatie, [Tule Lake Relocation Center, Newell, Calif.], 1942 of 1943; acht vrouwen voor kapsalon

Foto 2: Russel Lee, Kamp voor Japans-Amerikanen, noodevacuatie, [Tule Lake Relocation Center, Newell, Calif.], 1942 of 1943; vijf lachende vrouwen

Foto 3: Beaumont Newhall, Roy Stryker en FSA-fotografen, 1939-1943; v.l.n.r.: John Vachon, Arthur Rothstein en Russell Lee met Roy Stryker (rechts) die foto’s bekijken

C van Crisis

De C is een stemloze kameel als een maansikkel. De derde letter van het alfabet. Ooit een teken van schuld. Crisis klinkt. Opnieuw na de Wall Street Crash van 1929. Om depressief van te worden. Communisme was het evenmin. De kredietballon moet compleet leeg en dat doet pijn.

Het creëren van chaos in de crisis vormt een risico. Continuïteit van centrumpolitiek breekt en de flanken vieren carnaval. Die omgekeerde waarden voeren de chaos op tot orkaankracht. Totdat de storm gaat liggen en de kameel van de crisis bijgetankt is voor een nieuwe cyclus.

Foto 1: Kinderen tijdens de Grote Depressie van 1929-1933 proberen namens hun vader werk te vinden. Er bestond een groot verschil in sociale klasse. Rarig was een rijk ingenieursbureau wiens familie niet te lijden had zoals het meisje links zegt. 

Foto 2: Menigte op Wall Street na de beurskrach van oktober 1929