Time on My Hands (1930-32)

Betty Boop als zelfbewust, sexy beeld van een vrouw die drinkt, rookt, zich uitdagend kleedt en danst op hot jazz. Deze keer onder water. Een flapper. Filmster Clara Bow gaf Max Fleischer het voorbeeld:

Bow, Clara (Hula)_01

Merkwaardig is dat de stijl in 1932 al op zijn retour is. De roaring 20’s waren uitgelopen op een depressie die niets te vieren over liet. Hoewel de schittering van een droomwereld ellende even deed vergeten. In dat beeld paste Betty die overal lak aan had: ‘What would you say if I marry you?‘ Nog net voor de verplichtstelling van censuur van de Hays Code zodat het bikinitopje uitkan. Max Fleischer produceert en Ethel Merman zingt. Meezingen mag. Dromen is noodzakelijk. In De Maat.

Time on my hands, you in my arms
Nothing but love in view, then you fall
Once and for all, I’ll see my dreams come true
Moments to spare for someone you care for
Our love affair for two
With time on my hands and you in my arms
And love in my heart all for you.

Vincent Youman componeert Time on My Hands voor de Ziegfeld musical Smiles van 1930. Van tekst voorzien door Harold Adamson. De revue loopt slechts twee maanden, maar in Engeland maakt Al Bowlly het nummer tot een succes. Zo komt het in de herfst van 1931 succesvol terug naar de VS. Kort daarop zingt de zwoele Lee Wiley het bij het orkest van Leo Reisman. Een standard is geboren. Aan het nummer hangt de notie van de flapper: ‘Moments to spare for someone you care for.’

Foto: Clara Bow in Hula, 1927.

Palladio Behang: 1955

51138145
Malaga, Palladio Wallpaper, 1955. Flessen. Collectie V&A Museum.

Behang raakte uit de mode raakte tijdens de periode van het modernisme. Kale muren namen het over. Het Palladio gamma werd in de jaren 1950 ontworpen om behang terug te brengen in de interieurs van moderne gebouwen. Zowel openbaar als privé. Behangers konden weer volop aan het werk. Ze plakten de tijdgeest aanschouwelijk op de muur.

2006AL7122_jpg_l
Bistro, Palladio Wallpaper, 1955. Café’s, vissersboten, barsCollectie V&A Museum.

De Lockheed Constellation was het naoorlogse meest populaire lijnvliegtuig. Het verbond landen. Nog voordat het toerisme echt op gang kwam. In gedachten ontstond al belangstelling voor buitenlandse vakanties en bijpassend eten en wijn. Trattoria, albergo, bistro en bars verbeeldden de honger naar het verleggen van grenzen. Met een vis erbij.

2006BB1666_jpg_l
Basuto door Edward Hughes, Palladio Wallpapers stalenboek, 1955. Collectie V&A Museum.

Flessen poseren glitterend met elkaar. Daar, in Malaga. Als behang in café’s, koffiebars en restaurants overgebracht naar het binnenland. Ook klotsend in de woonkeuken van de kosmopoliet. Maar tegenwoordig verwisselt de decoratie uit 1955 tijd en plek. Wat toen onbereikbaar was in ruimte , is dat nu in tijd. Heimwee brengt ons naar de andere wereld.

2006AL7124_jpg_l
Malaga, Palladio Wallpaper, 1955. Flessen. Collectie V&A Museum.

De Max Factor factor: 1953-1955

4304937616_db7057943e

Op 17 april 1953 arriveert de cosmetica-reus Max Factor op Schiphol. Met zijn echtgenote Mildred Dorothy Cohen-Factor. De bekende fotojournalist Ben van Meerendonk legt het vast. Dorothy bezwijkt bijna onder de bloemenhulde. Wonderful, zegt ze wellicht. Geloken kijkend naar het platform. Max is ook aangenaam verrast. Met een fles jenever?

4178863088_78b4bbf234

Op 5 februari 1955 doet Van Meerendonk het over. Om het goed te maken? Hij fotografeert een geheimpje dat op ieders lip komt. Op een reclamebord ergens in Amsterdam. Chief Whip op ieders lip? Een slogan uit 1933? Nee, color-fast lipstick van Max Factor Hollywood. Die factor.

RA01_30051001479580_U

Foto 1: Ben van Meerendonk, Max Factor, 17 april 1953. Credits: IISG.

Foto 2: Ben van Meerendonk, Max Factor reclame, 5 februari 1955. Credits: IISG.

Foto 3: Affiche ‘Chief Whip op ieders lip!’, 1953-1954

Zitten in een eigen ontwerp: met of zonder masker

Een stoel, nogmaals dezelfde stoel, een vrouw met een masker, een man en nogmaals de gemaskerde vrouw. In opnieuw dezelfde stoel. Als een Ivanhoe van het modernisme met een masker. Staat de vijand voor de deur? Ach, zitten is een werkwoord zei Gerrit Rietveld. Poseren is nog harder werken. Kan een masker welbeschouwd scheel kijken?

De man heeft de stoel in 1925 ontworpen en is de Hongaarse architect en ontwerper Marcel Lajos Breuer (1902-1981). Hij zit in z’n eigen ontwerp. De eerste stoel van stalen buizen. En met leer. De vrouw draait zich om naar Erich Consemüller, de fotograaf. Ongewis blijft wie zij is. Lis Beyer die de jurk heeft ontworpen of Ilse Gropius, de vrouw van een andere architect? Stichter van het Bauhaus. Consequent als het Lis Beyer was. Zittend in haar eigen ontwerp. Maar we weten er niets van.

Foto 1 en 3: Erich Consemüller, Vrouw met masker van Oskar Schlemmer en jurk van Lis Beyer in Wassily-stoel (B3) van Marcel Breuer, 1927

Foto 2: Marcel Breuer in Wassily-stoel (B3)

Orange was the Color of Her Dress (1964)

In 1964 toert Charles Mingus met z’n band door Europa. Op 19 april Luik, een week eerder Oslo, Noorwegen. De groep bestaat uit Charles Mingus (b), Eric Dolphy (as, fl, bcl), Clifford Jordan (ts), Jaki Byard (p) en Danny Richmond (dr). Trompettist Johnny Coles speelt een mooie solo die Eric Dolphy goedkeurend aanhoort. Enkele dagen later wordt Coles in een Parijs’ ziekenhuis opgenomen wegens een maagperforatie.

Componist en bassist Charles Mingus en filmster en icoon Audrey Hepburn komen samen in de kleur oranje. In 1964 verbeeldden ze ‘naturel‘, stijlvastheid en hedendaagsheid. Nu komt daar nostalgie bij. Hun kunst was het beste in hun tijd. Opgelost in de tijd, gone in the air.

Foto 1: DVD-Hoes van ‘Charles Mingus, Orange was the Color of Her Dress‘ (1964)

Foto 2: Audrey Hepburn is wearing a Givenchy burnt orange raw silk and shantung floor length coat over an off-white floor length dress with a tie at the waist and cowl neck, 1964. Credits: Condé Nast Archive/CORBIS

Kiwi Fashion Parade: 1957

Een modeshow in 1957 in Nieuw-Zeeland is armoedige sjiek. De glamour van Parijs of Milaan valt met enige moeite terug te vinden in de modellen, maar niet in entourage van publiek en de wijdse zaal. Volgens de onderschriften bij de foto’s schouwen de modellen hun jurken voor een overwegend vrouwelijk publiek. Hetzelfde publiek blijkt ineens mannelijker als er een badpak langskomt. Wonder van perspectief.

Fotograaf Morris ‘Morrie’ James Hill (1929-2002) verdwijnt achter zijn foto’s. Het lot van fotojournalisten. Vervluchtigd met de mode van z’n tijd.

Foto 1: Woman modelling a dress before a largely female audience, Wellington Town Hall, photographed in July 1957 by Morrie Hill

Foto 2: Woman modelling a dress with shawl before a largely female audience, Wellington Town Hall, photographed in July 1957 by Morrie Hill

Foto 3: View of the audience watching a woman modelling a bathing suit, Wellington Town Hall, photographed in July 1957 by Morrie Hill

Beauty, Brains and Power in de Schaak Show

Een strand, een zee, een paard, een dame, en ervoor een dame in badpak. Da’s Aleksandra Kosteniuk. Deze Russische grootmeester was van 2008 tot 2010 wereldkampioene schaken bij de vrouwen. Ze profileert zichzelf als ‘Chess Queen‘. Een lange weg sinds de Brits-Tsjechische Vera Menchik (1906-1944), de eerste wereldkampioene.

De Duitse kunstenares Sarah Ortmeyer en het Gentse museum voor hedendaagse kunst S.M.A.K. ‘realiseren met SCHAAK SHOW de eerste Belgische solopresentatie van Sarah Ortmeyer.’ Met pin-up foto’s van halfnaakte vrouwelijke schaakgrootmeesters. Dat u het weet. Deze kunstenares eigent zich een traditie toe en vult die met Playboy, Mickey Mouse, Chanel, de Eiffeltoren, Karl Lagerfeld en maatschappijkritiek.

Wat mannen en vrouwen beweegt om schaken met erotiek te verbinden hoort bij het spel van aantrekken en afstoten. In ieder geval kegelen sterke schaaksters de theorie omver dat vrouwen er niets van kunnen. Daarbij zijn ze knap genoeg om er gaaf uit te zien. Wie zet?

Foto 1: Aleksandra Kosteniuk

Foto 2: Sonja Graf (links) en Vera Menchik, 1936

Foto 3: Gil Elvgren, Your Move, 1964

Polly Maggoo en William Klein (1966)

De in Frankrijk wonende Amerikaanse fotograaf en regisseur William Klein (1928) draait in 1965 Qui êtes-vous, Polly Maggoo? Een satire op de modewereld. Zijn tijd als fotograaf bij Vogue inspireert hem. Dorothy McGowan is Polly Maggoo. Onderwerp van een film in de film die vraagt wie ze is. Qui êtes-vous? Wat zit er achter het masker aan de buitenkant?

Vrolijk maakt Klein de pracht van de modewereld belachelijk. Normaal is niet normaal. Maar wat niet normaal is kan toch normaal zijn. Ernst is scherts. De spanningsboog van William Klein bestaat uit onzin die de marges van onze acceptatie probeert op te rekken. Dat is het.

Foto: Dorothy McGowan en Jean Rochefort in Qui êtes-vous, Polly Maggoo? van William Klein, 1966

Pierre Cardin in Space (1966-1970)

De 7 Mercury astronauten Alan Shepard, Gus Grissom, John Glenn, Scott Carpenter, Wally Schirra, Gordon Cooper en Deke Slayton trotseren de wereld. In 1959 zijn ze door NASA geselecteerd voor het ruimteprogramma. The Right Stuff schetst in 1983 hoe het zover komt. De ruimte cowboys brengen een nieuwe mode en inspireren vormgevers.

Zijn ‘space nuns‘ ontworpen om ‘space cowboys‘ bij te staan? In 1970 kleedt de Franse modeontwerper Pierre Cardin verpleegsters.

In 1966 laat Pierre Cardin al een dame bevreemd uit haar helm kijken. Tegenwoordig ontbreekt dat soort toevoeging dat de wereld in de vormgeving laat inbreken. Des te beter denken velen. Maar de verovering van de maan prikkelde toch maar lekker halsstarrig de verbeelding. Ooit.

Foto 1: De Mercury Seven in 1959

Foto 2: Pierre Cardin en mannequins in verpleegstersuniform, 1970

Foto 3: Space nuns van Pierre Cardin, 1970

Foto 4: Irving Penn fotografeert de collectie van Pierre Cardin, Italiaanse Vogue, 1966

Levenswandel Dance Hall: 1954

Londen, 1954. Teddy (=Edwardian) Girls worden bewonderd door Teddy Boys. Strak in het pak. Terugblikkend op de jaren 1952-1956 zegt Simon Napier-Bell dat het begrip en de naam rock’n’roll en teenager geleidelijk ontstaan. Halbstarker in Duitsland, Teddy Boys in Engeland of Nozems in Nederland. Tieners zoeken identiteit. Het ontstaan van jongerencultuur gaat niet gelijk op met rock’n’roll, maar krijgt er smoel door. Wat toen de ouderen schrik aanjoeg doet nu vertederend aan.

George Zimbel, Irish Dancehall, The Bronx 1954 ©George S. Zimbel 1954/2007

George Zimbel (1929) noemt zichzelf een documentaire fotograaf. Hij zegt dat het de informatie is die de kijker pakt, maar pas de fotograaf bindt het door zijn persoonlijke kijk en technische kennis samen. In 1954 heeft de vetkuif in een New Yorks-Ierse danshal bekijks. Zimbel schept diepte en onderscheid en voegt zijn blik toe aan de vele blikken die alle kanten opschieten. Signalen ventileren boodschappen na sluitingstijd.

Teddy Boys Mecca Dance Hall, Tottenham London 1954.